Lactose-intolerantie
Lactose-intolerantie - onverdraagzaamheid voor lactose
Na het consumeren van melk en lactosebevattende voedingsmiddelen hebben veel mensen last van klachten zoals buikpijn, een opgeblazen gevoel of diarree. In deze gevallen is er meestal sprake van een intolerantie voor lactose. Naar schatting verdraagt in Europa ongeveer 5-20% van de mensen geen lactose, terwijl in andere delen van de wereld zoals Afrika of Oost-Azië 65-90% van de mensen lijdt aan lactose-intolerantie.
Wat is lactose?
Lactose is een disacharide, omdat het bestaat uit een combinatie van twee moleculen D-galactose en D-glucose, die in de dunne darm worden afgebroken tot glucose en galactose door het enzym lactase.
Oorzaken van lactose-intolerantie
Een intolerantie voor lactose wordt veroorzaakt door het ontbreken van het enzym lactase. In regio's waar melk traditioneel tot de basisvoedingsmiddelen behoort, is de productie van lactase genetisch verankerd en is een tekort eerder een uitzondering of veroorzaakt door medicijnen of darmaandoeningen. In gebieden waar melk traditioneel niet op het menu staat, zoals Azië, is de genetische aanleg voor de productie van het enzym lactase afwezig.
Zonder dit enzym, oorspronkelijk ontworpen door de natuur voor de vertering van moedermelk tijdens de zuigelingenfase, kan lactose niet worden afgebroken tot glucose en galactose, waardoor lactose onvolledig wordt verteerd. Als gevolg van dit onvolledige afbraakproces ontstaan voornamelijk gassen tijdens de spijsvertering, die een opgeblazen gevoel of een opgezette buik veroorzaken. Hierdoor kunnen buikpijn, krampen, een gevoel van volheid en diarree optreden.
Symptomen
Als iemand lijdt aan lactose-intolerantie, treden er na het consumeren van lactosebevattende producten onaangename symptomen op als gevolg van een onjuiste of onvolledige vertering van lactose en de gasvorming die daarop volgt in de darmen.
De symptomen zijn onder meer:
- Buikpijn
- Buikkrampen
- Een opgeblazen gevoel
- Diarree
- Misselijkheid
- Een gevoel van volheid
Diagnose
Een definitieve diagnose kan niet uitsluitend worden gesteld op basis van de hierboven genoemde symptomen, omdat ook andere voedselintoleranties en ziekten vergelijkbare klachten kunnen veroorzaken.
Een bezoek aan een gastro-enteroloog, een specialist in het maag-darmkanaal, kan echter helpen: hier kan, net als bij de diagnose van fructose-intolerantie, met behulp van een H2-ademtest worden vastgesteld of de patiënt lijdt aan lactose-intolerantie.
Primaire en secundaire lactose-intolerantie
Lactose-intolerantie kan worden onderverdeeld in twee verschillende types: primaire lactose-intolerantie (aangeboren) en secundaire lactose-intolerantie (verworven, ook wel lactosemalabsorptie genoemd).
Primaire lactose-intolerantie
Bij de erfelijke vorm van lactose-intolerantie manifesteren de symptomen zich al op jonge leeftijd. Tijdens de borstvoeding produceert een pasgeborene nog voldoende van het enzym lactase om lactose probleemloos te verteren. Aan het einde van deze periode neemt de productie van het benodigde enzym, lactase, af totdat er niet genoeg enzymen meer in het lichaam zijn om lactose zonder problemen te verteren. Dit gebeurt meestal niet voor het vijfde levensjaar.
Secundaire lactose-intolerantie:
Bij secundaire lactose-intolerantie is, in tegenstelling tot de primaire vorm, geen sprake van een genetisch probleem met het enzym lactase. Door een darmaandoening, zoals die veroorzaakt wordt door coeliakie, produceert de darm niet meer voldoende het enzym lactase. Als de onderliggende darmziekte wordt behandeld en genezen, kan het lactosemetabolisme weer normaal worden.
Behandeling
Als er een primaire lactose-intolerantie wordt vastgesteld, is de volgende vraag hoe lactose-intolerantie moet worden behandeld. Idealiter worden behandeling en advies gegeven door een voedingsdeskundige. Te vaak worden alle zuivelproducten vroegtijdig uit het dieet gehaald. Het volledig vermijden van zuivelproducten is zelfs schadelijk voor de gezondheid, omdat ze belangrijke calciumleveranciers zijn waarvan de inname zonder zuivelproducten mogelijk onvoldoende is. Bovendien kan het vermijden van zuivelproducten de kwaliteit van leven sterk beperken als men voorheen van dergelijke voedingsmiddelen genoot. Daarom is het noodzakelijk om een goed doordacht voedingsplan te plannen dat geschikt is voor lactose-intolerantie.
Voeding bij lactose-intolerantie
De implementatie van een langetermijnvoedingsplan voor lactose-intolerantie moet in drie fasen worden uitgevoerd. In de eerste fase worden verse zuivelproducten vervangen door lactosevrije varianten en andere lactosebevattende producten worden sterk beperkt. Lang gerijpte zuivelproducten, zoals kaas, maar ook boter, bevatten hoe dan ook heel weinig lactose en kunnen vanaf het begin in het dieet worden opgenomen. In deze fase, net als bij de therapie voor fructose-intolerantie, worden de voedselkeuze en het eetgedrag voortdurend geoptimaliseerd.
Na maximaal 10-14 dagen kunnen kleine hoeveelheden lactose in de dagelijkse voeding worden geïntroduceerd. In deze fase wordt de dagelijkse dosis lactose geleidelijk verhoogd om uiteindelijk de individuele tolerantie te bepalen.
Als de tweede fase succesvol is afgerond, gaat men over naar de derde fase met als doel op de lange termijn een symptoomvrije en storingsvrije voeding te bereiken met een hoge kwaliteit van leven.